• Hoogwaardige gevelisolatie met de uitstraling van traditioneel metselwerk
  • Hoogwaardige gevelisolatie met de uitstraling van traditioneel metselwerk
  • Hoogwaardige gevelisolatie met de uitstraling van traditioneel metselwerk

Verwerking KombiTherm Solid

KombiTherm is een doordacht systeem voor het isoleren van buitengevels bij nieuwbouw, renovatie en utiliteitsbouw. Afhankelijk van de dikte van het systeem bereikt u met KombiTherm een enorme besparing op het energieverbruik, tot maar liefst 50%.

 

KombiTherm maakt het zelfs mogelijk energieneutraal te bouwen! Bovendien voelt een met KombiTherm geïsoleerde ruimte erg comfortabel aan; aangenaam warm in de winter en koel in de zomer. En het mooiste: de afwerking sluit optimaal aan bij ieder gewenst gevelontwerp.

De verwerking van KombiTherm vereist vakmanschap. Daarom wordt het systeem meestal verwerkt door specialistische en KOMO-gecertificeerde verwerkers die ervoor zijn opgeleid om met dit systeem te werken. De verwerking gebeurt volgens de volgende stappen:

1. De ondergrond voorbehandelen

De ondergrond moet op de juiste manier worden voorbereid om ervoor te zorgen dat het systeem optimaal op de gevel hecht. Verwijder daarom loszittend pleisterwerk, niet-hechtende verf, stof, vuil, olie en andere zaken die de hechting verminderen. Reinig een vervuilde gevel met hoge druk en gebruik een algendodend middel om algen blijvend te verwijderen. Repareer de gevel waar dat nodig is met een cementgebonden pleistermateriaal.

2. Het aanbrengen van de sokkel

Een aluminium of PVC sokkel voorkomt dat insecten en muizen de gevel kunnen binnendringen. Daarom start de verwerking van KombiTherm Solid met het aanbrengen van een sokkelplaat onder maaiveld en/of het aanbrengen van een sokkelprofiel. De geven moet daarvoor tot op de fundering vrijgegraven zijn. Zorg er ook voor dat je voldoende ruimte hebt om de werkzaamheden uit te voeren. Zet de isolatie bij voorkeur tot op de fundering door met een sokkelplaat; zo voorkom je koudebruggen. De sokkelprofielen monteur je natuurlijk waterpas.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1265.jpg

3. Het verlijmen van de platen

Meng eerst KombiTherm hecht- en grondmortel (grondmortel SKAM) zoals in de gebruiksaanwijzing (op de achterzijde van de verpakking) is beschreven. Je kunt de hecht- en grondmortel op de isolatieplaten (EPC of minerale wol) aanbrengen volgens de dot-lijnmethode (3a) of met een lijmkam (3b). Let op: als de ondergrond niet glad is, moet je altijd de dot-lijnmethode toepassen.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1346.jpg

3a. DOT-methode

Als je de hecht- en grondmortel op de isolatieplaat aanbrengt volgens de dot-lijnmethode, zorg je ervoor dat je een EPS isolatieplaat voor ten minste 60% voorziet van hecht- en grondmortel. Isolatieplaten van minerale wol moet je volledig, dus voor 100%, voorzien van lijm. Gebruik je een lijmkam voor het aanbrengen van de hecht- en grondmortel, voorzie het oppervlak van voor 100% van een lijmlaag. Dat geldt voor zowel EPS panelen als voor panelen van minerale steenwol.

3b. Hechtschuimmethode

KombiTherm PU-hechtschuim voor gebruik goed schudden (circa 25x) en op het voor dit doeleinde te gebruiken lijmpistool draaien. Na een langere onderbreking schudden weer herhalen. Met de stelschroef van het pistool het pistool zo instellen dat er een schuimworm van ongeveer 30 mm uit komt. De plaat rondom helemaal vol spuiten en in de midden een M of W maken. Als de plaat tegen de gevel is aangedrukt moet er ten minste 40% kleefaandeel zijn. Afhankelijk van het weer ongeveer 8 minuten wachten en dan de plaat licht tegen de gevel aan drukken (niet kloppen). De plaat binnen 5-10 minuten nog een keer controleren met een waterpas en indien mogelijk corrigeren. Het is zeer belangrijk om handschoenen en een veiligheidsbril te dragen.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1318.jpg

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1380.jpg

3c. Volvlakmethode

Gebruik je een lijmkam voor het aanbrengen van de hecht- en grondmortel, voorzie het oppervlak dan voor 100% van een lijmlaag. Dat geldt voor zowel EPS panelen als voor panelen van minerale steenwol.

3d. Plaatsen van de isolatieplaat

Nadat je de isolatieplaat hebt voorzien van de juiste hoeveelheid hecht- en grondmortel, kun je hem op het sokkelprofiel plaatsen. Druk de plaat met schuivende aandrukkende bewegingen stevig op de ondergrond voor een optimale verdeling en hechting van de hecht- en grondmortel.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1412.jpg

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1442.jpg

3e. Waterpas plaatsen van de isolatieplaat

Controleer vervolgens met behulp van de waterpas of je de isolatieplaat goed horizontaal gemonteerd hebt.

4. In verband aanbrengen

De isolatieplaten breng je in verband aan, zodat je strak kunt werken en de banen isolatie evenwijdig blijven lopen. Tussen de platen mogen geen naden ontstaan. Gaten en naden dicht je met isolatiemateriaal of pur-spuitlijm, afhankelijk van de grootte van de naden en het materiaal van de isolatieplaten. Onder en boven de ramen en kozijnen mogen verticale en horizontale naden nooit gelijk lopen met de kozijnen. Snijd hoeken van minimaal 10 cm uit de isolatieplaat op de hoeken van ramen en kozijnen (vlaggen).

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1520.jpg

  • Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1531.jpg

4a. Naden vullen met EPS 

Vul naden tussen EPS isolatieplaten op met stroken van EPS isolatiemateriaal.

4b. Naden vullen met purschuim

Bij kleinere gaten en naden (tot maximaal 5 mm breedte) dicht je de voegen met goedgekeurde, brandwerende pur-spuitlijm (b1) uit een lijmpistool. Vul naden van platen uit minerale wol op met minerale vezelstroken volgens brandwerende normen A1. Vul naden van platen uit minerale wol op met minerale vezelstroken volgens brandwerende normen A1.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1554.jpg

5. Aansluitingen bij vensterbanken

Aansluitingen bij de vensterbank dicht je met comprimerend cellenband. Zorg ervoor dat de waterslag minimaal 3 cm buiten het afgewerkte systeem uitsteekt en dat de kopschotjes geschikt zijn om ingewerkt te worden in gevelisolatiesystemen. Gebruik daarvoor de kopschotjes met een ‘dakje’ (stuc-kopschotjes).

6a. Aanbrengen hoekbeschermers I

Zet de hoeken volledig in de mortel.

 

 

6b. Aanbrengen hoekbeschermers II

Druk de hoekbeschermer volledig in de mortel. Zorg dat er geen lucht/open ruimte achter zit.

 

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1582.jpg

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1595.jpg

7a. Aanbrengen mortelweefsellaag

Als de lijmmortel is uitgehard, breng je de mortelweefsellaag aan. Voor isolatieplaten uit EPS gebruik je de hecht- en grondmortel in een dikte van 5-6 mm. Hiervoor gebruik je een lijmkamspaan me tuitsparingen van 10x10 mm.Gebruik je isolatieplaten uit minerale wol, dan stukadoor je het oppervlak volledig met de hecht- en grondmortel met een laagdikte van 5-6 mm. Als deze volledig is uitgehard, breng je opnieuw een laag lijmmortel aan met een laagdikte van 5-6 mm. Nu gebruik je een lijmkamspaan met uitsparingen van 10x10 mm.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1646.jpg

7b. Aanbrengen wapeningsweefsel

Nadat je de mortel hebt aangebracht, breng je het wapeningsweefsel in het buitenste gedeelte van de stuclaag aan. Strijk deze vervolgens glad. Het gaas moet ongeveer 10 cm overlappen. Breng bij alle hoeken van raam- en deuropeningen een diagonale versterking van ten minste 10x40 cm grote stroken van gladzijdegaas in de wapeningsstuclaag aan. Pas op alle hoeken hoekweefselstroken toe.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1656.jpg

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1684.jpg

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1704.jpg

8a. Het verankeren van de afwerking I

Voor de eindafwerking met tegels of steenstrips is het nodig om de isolatieplaat te verankeren met schotelpluggen. In dit geval moet je twee stuclagen aanbrengen: werk het wapeningsgaas in de eerste stuclaag in, en monteer daarna de pluggen door ze door het wapeningsgaas heen te boren. Het is belangrijk dat dit nat-in-nat gebeurt.

8b. Het verankeren van de afwerking II

Breng daarna de tweede laag lijm- en wapeningsmortel aan in de nog natte mortel over de schotelpluggen. Gebruik pluggen die voldoen aan de DIN 1055-4-norm en plaats ze volgens de voorgeschreven normen. Normaal worden 4 pluggen per vierkante meter voorgeschreven bij een eindafwerking met een  gewicht tot 25 kg per vierkante meter. Houd ook rekening met de windbelasting.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1717.jpg

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1905.jpg

9a. Het aanbrengen van steenstrips

Als de hecht- en grondmortel (wapeningslaag) volledig is uitgehard, verlijm je de steenstrips met KombiTherm Flexlijm SFFK. Gebruik daarvoor de juiste troffel en breng de speciale lijm in een dunne laag tussen 3 en 5 mm aan. Monteer eerst de hoeksteenstrips, voordat je begint met de verlijming van de steenstrips. Breng de kop en de strek van de hoeksteenstrips verspringend op de lijmmortellaag aan. Werk daarbij volgens de Floating-Buttering-methode, zodat de keramische gevelbekleding over het hele vlak wordt verlijmd.

9b. Floating-Buttering

Bepaal welk metselverband je gaat toepassen. Breng op de ondergrond KombiTherm Flexlijm SFFK aan met een grove lijmkam. Smeer het hele oppervlak vol en zat in. Doe hetzelfde aan de achterzijde van iedere afzonderlijke steenstrip, hoeksteenstrip of tegel (Floating-Buttering). Span vervolgens een meetlijn van de ene hoek naar de andere en zorg ervoor dat deze strak gespannen is. Als je de hoekstroken volledig hebt bevestigd en de lijn goed gespannen is, kun je de stroken in metselverband vastzetten. Druk nu de volledig van lijm voorziene steenstrip schuivend in het daarvoor gekamde lijmbed. Het aanbrengen gebeurt vrijwel altijd in metselverband. Verdeel de natte, overstekende lijmmortel met een voegijzer in de voegen en verwijder de overtollige mortel. De rollaag boven ramen en deuren werk je af met een staande strek.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1878.jpg

10. Voegen of inwassen

Als de lijm is uitgehard en de gevel volledig droog is (na minimaal 24 uur, afhankelijk van de omgevingstemperatuur), kun je beginnen met voegen. Hierbij heb je twee mogelijkheden: inwassen (bij gladde stroken) of voegen met een voegijzer. Aangezien de manier van voegen bepalend is voor het uiterlijk van de totale oppervlakte, raden we aan de specie en de manier  van voegen eerst op een proefstuk uit dezelfde steensoort te testen.

10a. Inwassen

Gladde stroken kun je, net zoals tegels, inwassen. Hiervoor gebruik je de KombiTherm Flex voegmortel. Meng deze volgens de technische specificaties die op de verpakking vermeld staan. Breng de mortel vervolgens met een sponsbord over het gehele oppervlak aan. Verwijder na het inwassen de overtollige specie met een sponsbord.

Kombitherm Nederland Deurne Brochure 26-03-2018-1743.jpg

10b. Invoegen

Voor het voegen met een voegijzer gebruik je de KombiTherm Flex SFFM voegspecie. Meng de specie volgens de technische specificaties op de verpakking. Wij raden aan de specie aan te maken in een licht vochtige tot enigszins plastische consistentie. Let er bij het vullen van de aparte voegen op dat de specie de voeg volledig opvult. Daarbij kun je kiezen of je eerst de lintvoegen en daarna de stootvoegen voegt, of andersom. Als je ervoor kiest om eerst de stootvoegen te voegen, zorg er dan voor dat het voegwerk op dezelfde hoogte liggen als de steenstrips, of maximaal 1-2 mm verdiept ten opzichte van het zichtvlak. De oppervlaktestructuur van het voegwerk kun je wijzigen door gebruik te maken van bijvoorbeeld een houtspaander, een stuk pijp of een voegijzer. Veeg vervolgens het oppervlak met een zachte borstel schoon en verwijder mogelijk verontreinigingen van de stroken onmiddellijk met een geschikte polyethyleen borstel.